29: Grammatica
wat moet ik kunnen voordat ik begin?
8a. | Ik kan de persoonsuitgangen herkennen. |
8b. | Ik kan uitleggen hoe de praesensstam wordt gevormd. |
8d. | Ik kan uitleggen wat een 'bindvocaal' is. |
10e. | Ik kan uitleggen wat 'kenletters' zijn. |
12c. | Ik kan uitleggen hoe de perfectumstam wordt gevormd |
Stappenplan
Herhaling
- Herhaal de rijtjes van de onvoltooide tijden en de voltooide tijden.
- Maak mandatum III.
- Maak mandatum IV.
Nieuwe stof
- Leer de woordjes en stamtijden van les 29.
- Kijk de uitlegvideo over §5.1 (futurum en futurum exactum).
- Leer de rijtjes van het futurum en futurum exactum.
- Leer de rijtjes van esse en posse.
- Maak mandatum VIII.
- Maak deze opdracht met lastige futura.
- Maak mandatum X.
Extra oefenmateriaal
wat moet ik nu kunnen?
29a. | Ik kan uitleggen waarvoor de praesensstam wordt gebruikt. |
29b. | Ik kan uitleggen waarvoor de perfectumstam wordt gebruikt. |
29c. | Ik kan de kenletters van het futurum herkennen. |
29d. | Ik kan de kenletters van het futurum exactum herkennen. |
29e. | Ik kan in een werkwoordsvorm de stam, kenletters, bindvocalen en persoonsuitgang aangeven. |
29f. | Ik kan werkwoorden benoemen. |
29g. | Ik kan werkwoorden vertalen. |
29h. | Ik kan de vormen van esse en posse benoemen. |
29i. | Ik kan de vormen van esse en posse vertalen. |