Leerdoel 23f

Uitleg

De eerste stap die je dient uit te voeren als je een (lange) zin vertaalt, is de zin opdelen in losse deelzinnen. Dat doe je als volgt:

1. Onderstreep alle persoonsvormen.
2. Zet een cirkel om alle voegwoorden.
3. Verdeel de zin in deelzinnen door strepen te zetten, zodat er in elke deelzin één persoonsvorm staat.

Hou er rekening mee dat de bijzin op verschillende plekken in de hoofdzin kan staan: vooraan, achteraan, of middenin:

Quod filius venit, | pater gaudebat.   VOORAAN
Pater gaudebat, | quod filius venit.   ACHTERAAN
Pater, ( quod filius venit, ) gaudebat.   MIDDENIN

Als een bijzin middenin staat, is het handiger er geen streepjes omheen te zetten maar om haakjes te gebruiken. Zo is het duidelijk dat de hoofdzin doorloopt na de bijzin.