Leerdoel 15e
Leerdoel
Ik kan bijvoeglijke naamwoorden benoemen.
Uitleg
Net als voor de zelfstandige naamwoorden zijn er ook rijtjes voor de bijvoeglijke naamwoorden. Bijvoeglijke naamwoorden met een vrouwelijke vorm op -a en een onzijdige vorm op -um gaan volgens het rijtje van longus.
Verder gaat het proces van benoemen zoals je gewend bent:
- Bepaal de woordenlijstvorm van het woord.
- Bepaal wat de stam van het woord is.
- Bepaal welke letters de uitgang vormen (de overgebleven letters).
- Zoek de uitgang op in het betreffende rijtje.
Laten we dit gaan proberen met het woord miseris:
- De vorm miseris komt van miser, -era, -erum.
- Als je -a van de vrouwelijke vorm misera af haalt, hou je miser- over.
- Als we miser- van miseris af halen, hou je de uitgang -is over.
- In het rijtje van longus is de uitgang -is voor dat./abl. mv. mnl./vrl./onz..
Je ziet dat we niet alleen de naamval en het getal noteren, maar ook het geslacht.